Johannes Jobst, Jaap Kautz en Sense Jan van der Molen in Mare over geleiding in superdun materiaal
Leidse fysici ontwikkelden een elegante meetmethode om supersnel elektrische geleiding in superdun materiaal te meten.
Was het voorheen een weekend wachten op beeld, nu duurt het één minuut. Wie de afgelopen tien jaar wel eens met een schuin oog naar Natuurkundeland heeft gekeken, zal zijn opgevallen dat fysici tegenwoordig dol zijn op plat spul. Zo plat als maar kan: één molecuul dik. Stoffen als grafeen (koolstof), germaneen (germanium), staneen (tin) siliceen en boornitride zijn zo dun dat ze eigenlijk niet eens een achterkant hebben: de natuurkunde spreekt van tweedimensionale materialen, slechts af en toe met het woordje ‘quasi’ ervoor.
Wetenschappers werken graag met zulk platte materialen omdat er interessante natuurkunde in plaatsvindt, maar het dunne spul heeft allerlei eigenschappen die je toe zou kunnen passen. Waarvoor? Alles. Het kan in computerchips, in ultiem dunne condooms, in niet-verstoppende waterfilters, oprolbare telefoons, zonnepanelen, geleidende inkt, te veel om op te noemen. Alleen al voor grafeentoepassingen werden vorig jaar negenduizend verschillende patenten vastgelegd.