P.J. Veth (gerealiseerd)
Het intern gerenoveerde P.J. Vethgebouw is in de zomer van 2017 feestelijk geopend en in gebruik genomen door de Faculteit Geesteswetenschappen. Dit is het eerste afgeronde deelproject in de ontwikkeling van een vernieuwde Humanities Campus. Met grote zorgvuldigheid is het monument omgevormd tot een modern onderwijsgebouw met aantrekkelijke werkplekken en ruimten voor studie en ontmoeting.
De nieuwe entree
Met de nieuwe entree aan de Hortuszijde beschikt het P.J. Veth over een goede aansluiting op de andere gebouwen van het Witte Singel-Doelencomplex. Via een zwevende, betonnen trap komt de bezoeker binnen op de zogenoemde bel-etage, de hoofdverdieping van het gebouw.
Wie werken er in het gebouw?
Van het P.J. Veth maken gebruik:
- Instituut Wijsbegeerte
- Academie der Kunsten (ACPA)
- Digital Humanities
- Informatisering en Facilitaire Zaken
Voor studenten heeft het gebouw ook veel te bieden: studieplekken in de Lounge en een bibliotheek.
Achtergrondinformatie
Naamgever P.J. Veth
Het gebouw is in 2006 vernoemd naar P.J. Veth (1814-1895), hoogleraar Land- en Volkenkunde van Nederlands-Indië aan het Indisch Instituut in Leiden.
Geschiedenis van het gebouw
De experimentele tak van de botanie, de plantenfysiologie, was aan het einde van de 19e eeuw sterk in opkomst. Door die toegenomen belangstelling waren er ruimere laboratoria voor onderwijs en onderzoek nodig. Het nieuwe laboratorium diende bij de Hortus te staan, op de plaats van het oude laboratorium achter het Academiegebouw. Het bouwplan werd gefaseerd uitgevoerd, zodat onderzoek en onderwijs konden doorgaan tijdens de bouwwerkzaamheden. Een belangrijk uitgangspunt bij de planvorming was dat het Botanisch Laboratorium en het Rijksherbarium in één gebouw zouden komen, maar dat de instellingen in functie en organisatie gescheiden bleven.
Tussen 1904 en 1908 werd het Botanisch Laboratorium aan de Nonnensteeg 3 gebouwd. In 1914 kwam daar het nieuwe Rijksherbarium bij, aan de Nonnensteeg 1. De gebouwdelen werden met elkaar verbonden door een lager gelegen tussendeel. De bouwstijl van alle panden is neogotisch, onder meer te herkennen aan de hoge spitsvormige vensters met flamboyante traceringen.