Hervorming Sociale Zekerheid (2006-2013)
Het onderzoeksproject ‘Hervorming Sociale Zekerheid’ is geleid door prof. dr. K.P. Goudswaard, samen met prof. mr. G.J.J. Heerma van Voss en prof. dr. C.L.J. Caminada. Het onderzoek is inmiddels afgerond en werd mogelijk gemaakt door een subsidie van Instituut Gak.
Het onderzoek viel onder het (deel)programma ‘Hervorming van sociale regelgeving’ van het E.M. Meijers Instituut voor Rechtswetenschappelijk Onderzoek van de Universiteit Leiden. Het project had een looptijd van 2006 tot en met 2013.
Achtergrond en centrale vraagstelling
In de afgelopen periode heeft zich een aantal fundamentele veranderingen voorgedaan op het terrein van de sociale zekerheid. Onder meer arbeidsongeschiktheids-, werkloosheids- en pensioenregelingen zijn drastisch gewijzigd. Voor de toekomst kunnen verdere veranderingen worden verwacht als gevolg van maatschappelijke tendensen als vergrijzing, individualisering en internationalisering. De vergrijzing zet de financiële houdbaarheid van het sociale stelsel onder druk, waardoor er een intensief maatschappelijk en wetenschappelijk debat wordt gevoerd over de toekomst van pensioenen en gezondheidszorg. Als gevolg van de individualisering zal behoefte ontstaan aan meer op individuen toegespitste arrangementen, waarin investeringen in menselijk kapitaal meer centraal staan. En de globalisering en in het bijzonder de Europese integratie zal de nationale sociale stelsels beïnvloeden en wellicht leiden tot verdere Europese coördinatie van sociaal beleid.
De centrale vraag in dit programma is wat de gevolgen zijn van maatschappelijke trends voor regelgeving en instituties op het terrein van sociale zekerheid en arbeidsmarkt. Daarbij gaat het om analyses van veranderingen in de verantwoordelijkheidsverdeling (zoals nationaal dan wel Europees, publiek dan wel privaat) en van veranderingen in de doelstellingen van sociale regelgeving (zoals inkomensbescherming, bevordering van de arbeidsparticipatie en evenwichtige arbeidsverhoudingen) en de mate waarin deze doelstellingen worden gerealiseerd. Het onderzoek betreft zowel hervormingsopties als analyses van feitelijk doorgevoerde hervormingen. In het bijzonder wordt bezien welke juridische en sociaal-economische aspecten hervormingen in de sociale regelgeving meebrengen. Het programma heeft een sterk multidisciplinair karakter en is voor een belangrijk deel internationaal gericht, in het bijzonder op de Europese Unie.
Twee deelprogramma's
1) Het eerste onderdeel heeft betrekking op de invloed van Europa op de sociale zekerheid. De belangrijkste vragen in dit verband zijn:
(1.1) Hoe moet de verantwoordelijkheid voor de sociale zekerheid worden verdeeld tussen het nationale en het supranationale niveau?
(1.2) In hoeverre treedt er sociale convergentie op binnen de EU en wat is daarbij het belang van het Europese (coördinatie-)beleid?
2) Het tweede onderdeel heeft betrekking op stelselwijzigingen in de sociale zekerheid. De belangrijkste vragen daarbij zijn:
(2.1) Wat zijn de belangrijkste inkomensgevolgen van stelselwijzigingen voor huishoudens en sociaal-economische groepen?
(2.2) Wat zijn de implicaties van verschillende maatschappelijke trends voor de verantwoordelijkheidsverdeling en de structuur van het stelsel van sociale zekerheid?
De twee onderdelen van het programma hangen logischerwijze samen. De Europese invloed op de nationale stelsels van sociale zekerheid neemt toe, waardoor ook vragen rond stelselwijziging steeds meer in Europees perspectief moeten worden geanalyseerd. De verantwoordelijkheidsverdeling tussen het nationale en het Europese niveau is aan het verschuiven. Daarmee oefent de Europese Unie een zelfstandige kracht uit op moderniseringen en effectiviteit van stelselwijzigingen. Ook vragen rond sociale cohesie en inkomensverdeling spelen in toenemende mate op Europees niveau, zoals onder meer blijkt uit de zogeheten ‘Lissabon Agenda’ en de Europa 2020 strategie.