Leidse Aanpak 2.0: van peuterspeelzaal tot universiteit
De Leidse Aanpak voor Talentontwikkeling (LATO) is eind oktober een nieuwe fase ingegaan. In versie 2.0 ligt de focus, naast cognitie, nu ook op het ontwikkelen van allerhande andere talenten, die door goede ondersteuning en in de juiste context tot uiting kunnen komen.
In De Leidse Aanpak werken professionals uit alle lagen van het onderwijs samen, van peuterspeelzaal tot universiteit (0 – 24 jaar). De focus ligt daarbij op kennisuitwisseling over talentontwikkeling en de aansluiting van verschillende (vervolg)opleidingen op elkaar. Op 31 oktober is het convenant voor de Leidse Aanpak 2.0 ondertekend, door onder meer de Gemeente Leiden, basis- en middelbare scholen en de Universiteit Leiden.
Muzikaal talent
Met het ondertekenen van de Leidse Aanpak 2.0 is de focus naast cognitie, ook op andere talenten komen te liggen. “Je zou daarbij bijvoorbeeld kunnen denken aan muzikaal talent”, legt Annebeth Simonsz uit. Als onderwijscoördinator van het Pre-University College is zij voortdurend bezig met de talentontwikkeling van vwo-scholieren. “Wij doen dat door iets extra’s te bieden bovenop het reguliere onderwijs, dat natuurlijk wel altijd de basis blijft.”
Vwo-diploma
Kennis over elkaars opleidingen is belangrijk voor een doorlopende leerlijn, legt Simonsz uit. “Wat houdt een vwo-diploma bijvoorbeeld concreet in? Welke kennis en vaardigheden hebben vwo’ers met een diploma nu eigenlijk opgedaan? Het is een startkwalificatie voor een vervolgopleiding, maar dan is het wel belangrijk om van elkaar te weten wat dat papiertje precies inhoudt.” Op die manier kunnen leerlijnen beter op elkaar worden afgestemd, wat voor goede talentonwikkeling een belangrijke voorwaarde is, zegt Simonsz.
Scholingsaanbod
Binnen de Leidse Aanpak 2.0 wil ze het scholingsaanbod voor universitair docenten aantrekkelijker maken. “Het zou mooi zijn als we docenten van bacheloropleidingen meer in contact kunnen brengen met docenten van het VO”, blikt ze vooruit. Volgens Simonsz heeft dat alles te maken met de doorlopende leerlijn. “Hoger onderwijs is uiteindelijk het laatste station waar je onderwijs krijgt, daarin kunnen we heel veel leren van wat er eerder in het onderwijs al gebeurt.”
(IJT)