Logo Universiteit Leiden.

nl en

Pre-University College 20 jaar: ‘Nog altijd uniek in Nederland’

Het Pre-University College van de Universiteit Leiden bestaat 20 jaar. Honderden vwo-leerlingen maakten dankzij het programma kennis met wetenschap en de universiteit. We vroegen betrokkenen naar het succes achter het nog altijd populaire PRE: ‘De studenten hebben zelf mogelijk gemaakt dat het nog bestaat.’

Op een zomermorgen komen Jan Kijne, Marieke Brugman en Janna van Helden samen op de Oude Sterrewacht voor een interview. Ze hebben elkaar al lang niet gezien; het weerzien is warm en hartelijk. ‘Ik had je nog een keer gegoogeld’, lacht Marieke. ‘Zo van: hoe zou het nu met Jan zijn?’

Wie is wie?

Jan Kijne (rechts) was in de jaren ‘90 opleidingsdirecteur biologie en later vice-decaan van de Faculteit W&N. Vanuit die rollen raakte hij betrokken bij aansluitingsprogramma’s. Bij de oprichting van het Pre-University College werd hij wetenschappelijk directeur. Jan bleef tot voor kort betrokken.

Marieke Brugman (midden) studeerde klassieke talen en werkte bij het ICLON voor LappTop, de huidige Pre-University Classes. Toen in 2004 het PRE-College werd opgezet, ‘rolde ik daar meteen in’. Na zeven jaar als onderwijscoördinator ging ze aan de slag bij UNESCO.

Janna van Helden (links) deed als leerling mee aan het PRE-College toen Marieke Brugman nog onderwijscoördinator was. Na studies filosofie en psychologie werkte ze voor verschillende honoursprogramma’s aan de Universiteit Leiden. In 2020 werd ze onderwijscoördinator PRE-College Leiden.

Ontstaansgeschiedenis

Terwijl Marieke Brugman haar studie klassieke talen aan het afronden was en Janna van Helden nog op het middelbaar vertoefde, was Jan Kijne al nauw betrokken bij het universiteitsleven. De totstandkoming van het PRE-College beschrijft hij als het samenkomen van twee samenhangende ontwikkelingen.

‘Scholen zaten met handen in het haar omdat kinderen niet genoeg te doen hadden’

Enerzijds kwam er vanaf 1996 meer aandacht voor werving. ‘Het idee leefde dat mensen vanzelf wel naar Leiden kwamen. Adriaan in ’t Groen deed zijn best om dat idee te veranderen en organiseerde een grote reeks doeltreffende wervingsactiviteiten.’

Anderzijds was er behoefte aan een betere aansluiting tussen vwo en wo. ‘Jacqueline Hoornweg was aangetrokken om daar handjes en voetjes aan te geven’, vervolgt Jan. ‘Zij kwam met allerlei ideeën: kunnen we dit niet doen, kunnen we dat niet doen?’ Uit deze dynamiek ontstond onder meer LappTop: collegereeksen voor nieuwsgierige vwo’ers.

‘Ze steken elkaar én de docenten aan met hun enthousiasme.’

‘Geen elitair karakter’

Ook het Pre-University College kwam uit deze dynamiek voort. Maar van het wervingsaspect moest Jan Kijne niets hebben. ‘Toen ik het belletje kreeg of ik zin had om het PRE-College vorm te geven, heb ik daar wel een nachtje over geslapen. Wat me niet beviel was het elitaire karakter van het “aantrekken van topstudenten”. Als het PRE iets moest zijn, was het een eerlijke activiteit voor middelbare scholieren die dat aan konden en daar zin in hadden.’

Nou, dat mocht ik vinden van de rector’, glimlacht Jan. ‘Toen is Jacqueline de organisatorische kar gaan trekken, is het PRE gaan rollen en kwam Marieke Brugman erbij. En we hebben in een jaar tijd samen met de scholen dat programma opgezet.’ Dat programma bestaat in grote lijnen nog steeds: vijf onderwijsblokken, verspreid over twee jaar, waarin PRE’ers leren over wetenschap, proeven van vakgebieden en een eigen onderzoek opzetten.

PRE-College of PRE-Classes?

De Honours Academy van de Universiteit Leiden organiseert verschillende programma’s voor vwo-leerlingen (bij PRE: studenten) die een uitdaging missen en zich willen verdiepen in de wetenschap.

  • In de PRE-Classes (voorheen LappTop) volgen studenten een aantal bijeenkomsten over een specifiek vakgebied, zoals sterrenkunde, Frans of security studies. 
     
  • Het PRE-College Leiden is een tweejarig programma waarin studenten snuffelen aan meerdere wetenschapsgebieden en zelf een onderzoek opzetten.
     
  • Het in 2019 opgerichte PRE Den Haag is een eenjarig programma op de Campus Den Haag. Naast hun kennismaking met maatschappelijk relevant onderzoek gaan studenten aan de slag met een lokaal probleem en volgen zij een persoonlijk ontwikkeltraject.

Samen met de scholen

‘Een heel belangrijk punt’, benadrukt Jan: ‘Zowel LappTop als PRE-College waren een initiatief sámen met de scholen.’ Bij het ICLON, dat contact onderhield met 75 scholen, vingen ze duidelijke signalen op. Marieke: ‘Scholen zaten soms met de handen in het haar omdat kinderen niet genoeg te doen hadden.’

Scholen zijn altijd betrokken gebleven bij de invulling van het PRE, vertelt huidig coördinator Janna. ‘Het is heel belangrijk om te horen hoe PRE past bij de verdere ontwikkeling van een student. Soms zijn er dingen die niet goed vallen onder studenten waarvan de scholen zeggen: die zijn juist belangrijk.’ Een voorbeeld is de motivatiebrief, die alle partijen veel tijd kost. ‘Scholen vertellen ons dan: schaf die niet af, dit is voor hen een oefening voor het leven.’

‘Soms zijn er dingen die niet goed vallen onder studenten waarvan de scholen zeggen: die zijn juist belangrijk.’

Succesformule

Een oefening voor het leven: dat lijkt ook te gelden voor het PRE-College zelf. Want wat betrokkenen 20 jaar geleden neergezet hebben, staat nog altijd overeind.

Jan: ‘Studenten hebben zelf mogelijk gemaakt dat het nog bestaat, want docenten vinden het erg leuk om met ze te werken. Ze steken elkaar én de docenten aan met hun enthousiasme. Als dat zich verspreidt, krijg je ook medewerking van de faculteiten.’

'Als je ze 20 jaar later spreekt, verschijnt er nog altijd een glimlach op hun gezicht’

Voor deelnemers zelf is PRE een warm bad waarin zij gelijkgestemden ontmoeten en hun nieuwsgierigheid volgen. Deelnemers worden enthousiast gemaakt voor verschillende disciplines, van taalkunde en rechten tot archeologie. Jan: ‘We hebben ooit iemand afgewezen die een 9 gemiddeld stond, maar zich alleen wilde verdiepen in bètaonderwerpen. Wij zeiden: dit programma is niets voor jou.’

De breedte van het programma is voor de meeste PRE’ers juist een pluspunt, denkt Marieke. ‘Ik herinner me een meisje dat overwoog een natuurkundeprofielwerkstuk te doen en dacht: dit is mijn kans om met dit onderwerp kennis te maken.’ Ze denkt met ontroering terug aan het PRE. ‘Je zag al die kinderen gaan stralen. En dat is zo bijzonder, als je ze er 20 jaar later naar vraagt, dat er altijd een glimlach op hun gezicht komt.’

‘Je zag al die kinderen gaan stralen.'

Nieuwe generaties

‘Ik vind het mooi dat het nog steeds bestaat’, vervolgt Marieke. ‘Misschien gaat een van mijn kinderen er ook wel heen.’ Is er nog iets dat PRE kan, of moet, veranderen voor de nieuwe generaties?

Het zou goed zijn als een bredere groep leerlingen meedoet, vindt Marieke. Niet iedereen voor wie het programma bedoeld is, weet ook de weg naar PRE te vinden, bijvoorbeeld doordat hun omgeving niet met de universiteit bekend is. Juist voor die groep is Pre-University een mooie kans om kennis te maken met de wetenschap.

‘Dat is zeker een goed streven’, onderschrijft Janna. ‘PRE Den Haag heeft al een veel diversere populatie en ook bij PRE Leiden werken we daaraan met de scholen.’

Zelf zou Janna ook graag willen inzetten op meer keuzemogelijkheden in het programma: ‘Zodat we meer aansluiten bij de vaardigheden die PRE-studenten zelf willen ontwikkelen.’ En Jan Kijne? Die houdt het kort. ‘Het programma bestaat nu 20 jaar en is nog altijd uniek in Nederland. Het is een goede levensvatbare club gebleken. Ik laat graag aan de huidige mensen over hoe ze de toekomst gaan invullen.’

Tekst: Michiel Knoester
Foto's: Eelkje Colmjon

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.