Hoe spullen kunnen praten, en waarom we naar ze zouden moeten luisteren
Afgelopen week volgden de studenten van het Pre-University College in Den Haag een college over de taal en betekenis van spullen. Fresco Sam-Sin, van het platform Things That Talk, liet Haagse middelbare scholieren kennismaken met de taal van objecten: “Als jullie straks naar buiten gaan, hoop ik dat jullie met andere ogen naar de wereld kijken.”
In het Wijnhavengebouw in Den Haag zit een klaslokaal vol met 5-vwo'ers. Het zijn studenten van de Haagse Pre-University College – een traject om leerlingen academische uitdaging te bieden en ze kennis te laten maken met het universitaire onderwijs. Er is weinig plek in het lokaal, maar één tafel wordt onverschrokken in beslag genomen door een stapel spullen: een rol perkament, een blindengeleidestok, een ouderwetse speelgoedtelefoon, 2000 jaar oude munten, kalabasbestek, een spatel…
Ze zijn afkomstig uit het huis van Fresco Sam-Sin, de gastspreker van het college. Hij is hoofdconservator van Things That Talk: een platform met de missie om de levens van spullen vast te leggen. “Kom, we doen alvast een voorstelrondje”, zegt hij. “Noem je naam en je lievelingsknuffel, en vertel even wat ermee gebeurd is.” Er wordt een aantal knuffels genoemd – overwegend beren – dat is kwijtgeraakt of zich ergens op een onbekende plek in het huis ophoudt.
Een simpel object bestaat niet
“Ik heb laatst aan mijn moeder gevraagd of ze mijn knuffel nog had”, vertelt Fresco dan. “Zonder enige moeite ging er meteen één of andere aftandse doos open. Daar kwam niet alleen mijn knuffel uit – ook mijn navelstreng.” De klas lacht een beetje ongemakkelijk. Waarom doen ouders dat in Godsnaam?, lijkt iedereen zich af te vragen. “Dat soort dingen zijn aandenkens van toen jullie nog klein waren.”
De les die daaruit getrokken moet worden, en die centraal lijkt te staan in de seminar, is dat iets als een simpel object niet bestaat. Fresco: “Een object vertelt iets over wie wij zijn als mensen. Als jullie straks naar buiten lopen, hoop ik dat jullie met andere ogen naar de wereld kijken.”
Spullen die praten
Hij tovert de website van Things That Talk op het beamerscherm en vertelt over de objecten die daar tentoongesteld worden. Het varieert van een knuffel in de vorm van een gebakken ei tot een oud manuscript in Arabisch schrift. “Bedenk je: alles wat wij weten over de mensheid, over geschiedenis, dat weten we alleen maar door spullen en door de mensen die konden schrijven.” Spullen vertellen een verhaal, maakt hij duidelijk, ze praten.
“Jullie zijn de toekomst. Jullie zijn straks de experts, de academici, die tonnen aan waardevolle kennis in huis gaan hebben. Die moet je op een toegankelijke manier over kunnen brengen.”
Benieuwd naar het verhaal achter het gebakken ei? Neem een kijkje op de website van Things That Talk.
Hij vraagt de leerlingen hoe vaak ze denken dat een wetenschappelijk artikel gemiddeld gelezen wordt, ze schatten tussen de 200 en 300 keer. Als hij zegt dat het getal vaak onder de tien zit, klinken er geschokte uitroepen in het Haagse klaslokaal. Het academische publiek is maar een klein deel van de mensen om ons heen. “We moeten leren hoe we kennis naar verschillende doelgroepen kunnen vertalen”, merkt hij op. “Objecten zijn een manier om kennis over te brengen. Een toegankelijke manier.”
Geschiedenisbladzijden
De studenten mogen oefenen met het vertalen van de verhalen van spullen. Ze krijgen ieder een item uit de rommelige stapel op tafel toebedeeld en worden opgedragen om de rest van de klas te vertellen welk verhaal het object vertelt. Fresco pakt de spatel op en steekt hem in de lucht. “Ik doe het wel even voor. Deze spatel is van mijn Indische oma geweest. Hij is uit Indonesië met haar meegereisd.”
Er volgt een verhaal over de periode van de oorlogskampen daar, het leven dat zijn oma er leidde en het werk dat ze moest doen. “Zoals dit object bestaan er heel veel objecten uit geschiedenisbladzijden. We kunnen gevoelige geschiedenissen zelfs een beetje ontzenuwen door voorwerpen bij elkaar te grijpen, en die een deel van het verhaal te laten vertellen.”
De leerlingen gaan enthousiast aan de slag. Voorwerpen krijgen fictionele achtergronden of verhalen die met een gegronde Google-zoekopdracht zijn onderbouwd. Als iedereen geweest is, sluit Fresco de les af. “Ik hoop dat jullie nu anders naar de spullen thuis en om je heen kijken, de menselijkheid er een beetje in weten te zien. Ga naar buiten, en kijk–” hij stopt als hij de begeleider van de groep haar hoofd ziet schudden. “Oh”, zegt hij bedremmeld, “jullie hebben nog les hierna?”
Tekst: Boukje van der Vos
Fotografie: Buro JP